zaterdag 23 maart 2013

Paus Franciscus: Moslims aanbidden de ware God



Tijdens zijn toespraak afgelopen woensdag voor afgevaardigden van verschillende religies blijkt de nieuwe paus Franciscus letterlijk te hebben uitgesproken dat de moslims de ware 'levende en genadige' God aanbidden.

Op de avond van zijn verkiezing schreven we al dat de paus zich naar Franciscus van Assisi heeft vernoemd omdat deze katholieke heilige toenadering zocht tot de islam en één van de eersten was die zei dat moslims dezelfde God aanbidden als de christenen.

'Ik groet u en dank u allen hartelijk, beste vrienden van andere religieuze tradities: ten eerste de moslims, die de enige levende en genadige God aanbidden en Hem aanroepen in gebed,' begon de paus zijn toespraak. 'Ik zie een tastbaar signaal van de wil om te groeien in wederzijdse achting en samenwerking, voor het algemene welzijn van de mensheid.'

Als moslims inderdaad dezelfde God (/god) aanbidden dan rijst de vraag waarom er dan al jaren in zoveel landen een islamitische uitroeiingsoorlog tegen het christendom gaande is. Dorpen en kerken in Pakistan, Nigeria en Syrië worden platgebrand en christenen worden bijna overal waar moslims het voor het zeggen hebben vervolgd of massaal afgeslacht.

In Irak daalde het aantal Chaldeese kerken hierdoor van 300 in 2003 tot slechts 57 nu. En ook die overgebleven kerken zijn constant het doelwit van islamisten.

Bron: Xandernieuws

Ons commentaar: Wij doen bij deze afstand van deze leugenachtige uitspraak van de paus. Alleen de Joden en de Christenen aanbidden de levende en waarachtige God van Israël (de God van de bijbel). Moslims mogen volgens de koran geen vrienden worden met christenen noch met joden. Allah zegt niet voor niets in de koran, dat joden en christenen elkanders vrienden zijn, en voor Allah onrechtvaardige/overtredende mensen zijn.

Soera 5: 54

"O, gij die gelooft, neemt de Joden en de Christenen niet tot vrienden. Zij zijn elkanders vrienden. En wie uwer hen tot vrienden neemt, is inderdaad één hunner. Voorwaar, Allah leidt het overtredende volk niet."