maandag 28 maart 2011

Positieverklaring Israël Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten

Positieverklaring ten aanzien van Israël

Door het CGI aangeboden aan de VPE op 12 maart 2011

1. Wij geloven dat de Gemeente van Jezus Christus haar wortels heeft in het Bijbelse Joodse volk en dat er zegen rust in het liefhebben en zegenen, eren en respecteren van het Joodse volk en het toebidden van de vrede aan Jeruzalem.
(Jes. 11:1; Rom.11:17-19; Gen. 12:3; Deut. 32:10-12; Gal. 3:8; Rom. 11:1; Ps. 122)

2. Wij geloven dat God Israël niet heeft verstoten, noch dat de gemeente Israël heeft vervangen, maar dat de gelovigen uit de volken door Jezus Christus mede-erfgenamen zijn geworden van de belofte.
(Rom. 11:1, 28; Rom. 11:15-17, 25; Jer. 31:3; Gal. 3:29; Ef. 3:6)

3. Wij geloven dat God zowel Israël als de Gemeente een bepalende, maar van elkaar te onderscheiden rol heeft gegeven in de uitwerking van Zijn heilsplan.
(Ps. 67; Jer. 32:40; 2Cor. 1:20; Rom. 11:12, 15:8; Ef. 3:10-11; Op. 7:4-12)

4. Het Nieuwe Testament maakt onderscheid tussen de Joodse gelovigen en de gelovigen uit de heidenen. Hoewel de twee één werden door Jezus Christus, mogen beiden hun identiteit behouden. een niet-Jood wordt door de Messias wel mede-erfgenaam van beloften die aan Israël zijn gegeven, maar wordt daardoor niet verplicht tot het houden van alle geboden voor de Joden. Laat ieder blijven zoals hij was toen hij geroepen werd.
(1Cor. 7:17-20; Ef. 2:14-20, 3:6)

5. We moeten elkaar niets voorschrijven inzake eten en drinken, feestdagen, nieuwe manen of sabbatten omdat dit een schaduw is van hetgeen komt. Christus is de werkelijkheid! Evenzo geldt dit ten aanzien van de besnijdenis. Het onderhouden van bijbelse feesten, tijden en wetten die aan Israël zijn gegeven, zijn niet van belang voor onze redding en heil. De bijbelse feesten en tijden zijn leerzaam en waardevol voor alle gelovigen. Tegelijkertijd geloven wij dat de uitspraak van de apostelen in Jeruzalem met betrekking tot de geboden nog steeds bindend is voor gelovigen 'uit de heidenen.'
(Col. 2:16-17; Gal. 5:6)

6. God heeft aan de aartsvaders verbondsbeloften gegeven ten aanzien van het land Israël. Deze zijn beloften zijn eeuwig.
(Gen. 15:7, 18; Deut. 32:8-9; Jer. 32:41; Rom. 15:8-9; Gal. 3:17-18; 2Tim. 3:15)

Bron: VPE



Website VPE




Website CGI